Die vraag kan iedereen, die te maken heeft met een bureaustoel, gesteld worden. Dus niet alleen aan de gebruiker van de stoel maar ook aan degene die voor de inkoop verantwoordelijk is, de leidinggevende, de facilitair verantwoordelijke en de bedrijfsarts. Heel wat personen dus, die invloed kunnen uitoefenen op het juiste gebruik van een bureaustoel. Dat komt voor een groot deel neer op de afstelling.
Wie is er nu verantwoordelijk voor wiens rug?
In de meeste gevallen wordt een bureaustoel gebruikt bij administratief werk. De kans is dan groot dat daarbij een desktop of een laptop het belangrijkste gereedschap is. Even groot is de kans dat er minimaal een halve dag digitaal wordt gewerkt; op dezelfde plek en op dezelfde stoel. Inmiddels is van alles uit de kast gehaald om de bureaustoel zo flexibel mogelijk te maken. Het kan zelfs voorkomen de flexibiliteit van de stoel groter is dan die van de gebruiker. Maar als de gebruiker niet de moeite neemt om die bureaustoel goed af te stellen, wie is dan verantwoordelijk voor het eventueel ontstaan van rug- of nekklachten? De voor de hand liggende conclusie is om naar de gebruiker te wijzen. Natuurlijk. Maar wat als hij/zij die verantwoordelijkheid niet neemt? Dan komen alle personen uit de eerste alinea aan bod. En zeker de werkgever want die wil immers uitval door ziekteverzuim voorkomen.
Aan welke afstellingen van een bureaustoel moet minimaal gedacht worden?
Op de onderstaande afbeelding zijn de elementaire afstellingen aangegeven, maar ook de aanwijzingen waaraan de gebruiker zich moet houden. Onderuithangen op een goed afgestelde stoel doet elke goede inspanning teniet.
Deze zes aandachtpunten zijn nodig als basis voor een gezond computergebruik. Maar het zijn wel persoonlijke instellingen. Als bij deeltijdwerk een andere persoon van dezelfde stoel gebruik maakt, dan moet er opnieuw afgesteld worden. De kans is groot dat de andere persoon niet de moeite neemt en ’s avonds klaagt over rug- of nekpijn. Dus iedereen (denk weer aan dezelfde al genoemde functionarissen) kan bijdragen aan gezond werken. Eenvoudig door gebruikers van bureaustoelen op hun verantwoordelijkheid te wijzen. Een goede oplossing kan zijn om een persoon aan te wijzen die alles van de stoel- en bureauafstellingen weet c.q. zich die eigen maakt. Hij/zij kan dan nieuwe medewerkers instrueren en ook de vaste medewerkers attenderen op de afstelmogelijkheden en de zithouding.
Het bureau vraagt ook aandacht.
Als de stoel goed is afgesteld t.o.v. het bureau kan de hoogte van het beeldscherm alsnog roet in het eten gooien. Dat zal vooral het geval zijn bij laptops. De armen kunnen weliswaar de stand volgens de bovenstaande afbeelding hebben, maar het beeldscherm staat wel te laag. Dat vraagt om nekklachten. Het bureau verder omhoog stellen betekent ook dat de stoel verder omhoog gesteld moet worden. Helaas veroorzaakt dat weer bengelende benen. Een docking station lost dit probleem eenvoudig op.
Ook met een goed afgestelde bureaustoel blijven er aandachtpunten.
Beweging en afwisseling voorkomen verstarring van geest en lichaam. Daarvoor zijn er diverse oplossingen zoals:
- Loop zelf ergens naar toe i.p.v. te vragen of een ander iets door wil geven.
- Neem de moeite om zelf koffie of thee te gaan halen.
- Werk afwisselend aan een stabureau of statafel.
- Verdeel het beeldschermwerk over de hele dag.
- Neem de trap i.p.v. de lift.
Tot slot een tip om ook thuis aandacht te hebben voor de juiste houding. Laptops op schoot en smartphones in de hand gaat bijna altijd samen met een gebogen rug of nek. En dan is alleen de gebruiker helemaal verantwoordelijk voor een goede houding.